Hengelo, mijn stad, altijd op de schop,
slopen, bouwen, innoveren, almaar hogerop,
kunstig spoor van cortenstaal zwiert langs
plekken van plezier, cafés, terrassen lonken
hier moet je zijn, hier schuimt bier, vloeit
wijn, vind je vergetelheid.
Hengelo, mijn stad, monument en nieuwe stijl
grijpen in elkaar, het trotse badhuis Haagse stijl
waar Hengelo baadde, zwom, wordt geen
hamam, geen Oosters sprookje in de stad, maar
verlaagd tot fundament, drager van een torenflat,
verrijking voor de stad, schot in de roos, of wordt
het torenhoog project de burger een doorn in ’t oog,
we gaan het zien, wachten het af.
Hengelo, mijn stad, ga niet aan vlijt ten onder maar
spaar getuigen van ’t verleden, erfgoed maakt
een stad uniek, geeft eigenheid en waarde, cultuur
verrijkt, tilt een stad omhoog, hoger dan
een torenflat, een stadskantoor.
Hengelo, mijn stad, jij die mij aanziet, in
bewaard prachtgoed, Waterstaatskerk, waar
de vrije geest bestaansrecht heeft, kunst
aanzien krijgt, men zich nog verwonderd.
Hettie Franken
Stadsdichter Hengelo
2019 – 2021
Geschreven voor de Nationale Monumentendag en expositie ‘Jij die mij aanziet’ in de Waterstaatskerk