Wie het spoor verkiest, het dwingend ritme
van vooruitgang, droomt al snel weg bij het
uitzicht, het gedurig zo voorbij glijdend land,
en dringt ergens de tijding tot hem door: ‘Nu
Station Hengelo’, dan heeft hij geen oog nog
voor het perron, eiland in een kathedraal vol
duister licht, hemels overhuifd. Ach, wie niet
opkijkt in dit tochtgat, waar onder dak groots
glas en staal, verheven boven dagelijks leven,
is hier verkeerd, want zonder neus in de wind.
J. Heymans
Stadsdichter Hengelo
2012 -2014