een ode aan weer en wind
het viel uit de hemel als de dag van het jaar:
valwind en gutsende regen! ja de windhoos
sprak in vurige tong – en de kat sloop weg
en de hond sloop weg – ontwortelde bomen
brak de eeuwige eik voor eeuwig en altijd
nam honderd jaren kinderdroom en woei
woei ginder het dak er klapwiekend af
(het dak ging eraf) gaf ruimtelijk inzicht:
zo geketend zijn wij aan dit warrelend zand
dat zuchten niet helpt in het pikzwart het
sepiakleurig en oker moment van moeder
natuur ons memme die boosaardig woei
en dagenlang mengen wij nog ach met och
paren puinhoop aan de pinkeltjes die
wij zijn, slaan handen ineen en luisteren
naar de cirkelzagensymfonie, de sonate
van het krakende hout waarmee zich grift
in ons hoofd in ons oog in ons hart
als het weerlicht de maandag
de twaalfde juli anno 2010
de dag dat het woei
Reinier de Rooie
Stadsdichter Hengelo
2010 – 2012