Opening expositie ‘Gemeentelijke kunstaankoop 2008’, vrijdag 19 juni 2009 in de stadhuishal van de gemeente Hengelo. Werken van Evert Strobos, Ali Koubâa, Ben Schildkamp, Jan Baetsen, Gertie van Nuenen, Gerard de Vries.
Ach, wat weet ik nou van Kunst. Als het goed is, is het snoepen met de oogjes, dat weet ik ervan. Ik zal u zeggen hoe ik dat gewaar werd.
Midden jaren zestig verdiende ik wat zakcentjes door na schooltijd te werken bij boekbinder Damveld. Damveld was een goedlachse kerel die mooi plat kon praten en vreselijk plat kon zingen, vooral rondom carnavalstijd.
Achter een van de huizen aan de Bornsestraat had hij naast een rijtje autoboxen een wrakkig barakje waar mijn broer en ik met nog wat andere jongens werkten aan de interieuren van grammofoonplatenkoffertjes, u kent ze wel, die papieren harmonica’s met zo’n biesje langs de bovenkant.
Aan het andere eind van dat rijtje autoboxen was een klein galerietje: De Pook van Wim van Oostrom.
“Da’s nen keunstnmakert”, zei Damveld, “Niks an oetleenn! Hee brech niks wier en iej möt r aait zölfs achterhen!”
Op een dag kwam Van Oostrom onze werkplaats binnen: “Damveld, kom eens kijken, hij is klaar!”
”Wel is kloar, wat is kloar?” vroeg Damveld.
“De Kapitein.” zei Van Oostrom.
Wij met zijn allen naar buiten
en daar stonden wij
oog in oog met echte Kunst.
De Kapitein
Een stalen staak staat in het gras
met daarop als brede borstkas
een benzinetank gelast.
Daar weer op
een rare bats, een oude schop
verzaagd en omgeklopt
tot een wrede zeemanskop.
Ledematen als vlerken
van tangen die zich opensperden
gretig graaiend naar de verte.
Roerloos, maar met overmacht
staat het toonbeeld van gezag:
De Kapitein
Zoiets hadden wij nog nooit gezien,
dus wij waren met stomheid geslagen.
Maar Damveld niet:
“Doar is miene batse! En miene knieptang!”
Je zou kunnen zeggen dat Damveld mij het werken heeft geleerd en dat Van Oostrom mij de ogen heeft geopend voor Kunst.
Nadien leerde ik genieten van het werk van Strobos, Koubâa, Schildkamp, Baetsen, Van Nuenen, De Vries en al die andere prachtige mensen die Hengelo rijk is en rijk maken.
Rijk, ja, en laten we die rijkdom koesteren en zichtbaar en genietbaar maken voor iedereen in Hengelo en laten we nu maar hopen dat De Kapitein eeuwig voortleeft al was het alleen al om de nagedachtenis aan Damveld en zijn onvrijwillige, maar mopperend en mosterend toegestane bijdrage aan de Kunst in Hengelo.
Wim van Oostrom (links) met zijn zoon Godfried en tussen hen een door de gemeente aangekocht werk van Wim.
De expositie is tijdens openingsuren van het stadhuis te zien tot en met 1 juli, daarna verdwijnen de aangekochte werken naar het depot in de kelder tot…?