Het was pittig. Aan de grimassen van de vijftig deelnemers tijdens het voorlezen het Hengeloos Dictee donderdag 10 april, was duidelijk te zien dat het een moeilijke klus was. De vierde editie van het dictee was volgens een aantal deelnemers die ook de vorige drie afleveringen hadden meegemaakt, verreweg de moeilijkste. Journalist Theo Hakkert was de schrijver en hij had in elke zin de nodige moeilijkheden opgenomen. De correctors waren er druk mee. Uiteindelijk bleek Elles Assink-Kroon de beste van allemaal te zijn. De fractie assistent van de Christen Unie in de gemeenteraad had twaalf fouten en mocht de bloemen en de bokaal van de winnaar in ontvangst nemen. Twee oud-winnaars eindigden als tweede en derde. Zen Oostrom was de beste in 2024 en eindigde deze keer als tweede met 14 fouten. Petra Bruulsema werd derde. De winnares van de editie in 2023 had zestien fouten.
De scholieren van Bataafs Lyceum, Twickel College en Montessori streden om de bokaal van de beste school. Net als de vorige drie afleveringen was Bataafs Lyceum de winnaar. Jonneke Weenink van dezelfde school was de beste scholier. Ze kreeg eveneens een bokaal en een bos bloemen plus een bedrag van 100 euro. Amrah Bekking (Twickel) en Fernando Schintz (Bataafs Lyceum) werden tweede en derde in het scholierenklassement.
Het dictee werd gehouden in de raadzaal van het stadhuis. De Stichting Hengelo Leest is de organisator.
(foto: Links Jonneke Weenink en recht Elles Assink)
Het dictee, geschreven door Theo Hakkert
Ontsteld zat de chef-kok van het driesterrenrestaurant in de feeëriek verlichte eetzaal, die vroeger een refectorium van een klooster van de Orde der Cisterciënzers was geweest, te bladeren in een lilakleurig poesiealbum dat de garçon hem zojuist, met een besmuikte glimlach, had overhandigd. Deze derdegeneratieallochtoon, een charmante flierefluiter die het prestissimo tot maître had gebracht en voor wie het Nederlands bepaald geen ver-van-mijnbedshow was, had dit liber amicorum zelf geconcipieerd. Ook al was zijn baas geen paleoloog, hij zou door het craquelé van de bladzijden en het scabreuze jargon subiet weten dat het hier een brisant manuscript betrof, even singulier als een incunabel op perkament of het manuscript van Van den vos Reynaerde. Terug in de keuken fluisterde hij de commis de cuisine, die hij als allrounder had geholpen met de mise-en-place van de zee-egel met quinoa onder een exquise laagje vadou van hollandaiseschuim, het hoofdgerecht dat geen middenklassengezin zich kon permitteren, in dat hun plan naar wens verliep. Ze waren ’s mans gejeremieer zat.
Meesmuilend zagen ze hoe hun patron ideeëloos met zijn linkerwijsvinger door de cappuccino roerde. Of het nieuwe aed-apparaat al was geïnstalleerd, vroeg de stagiair zich grinnikend af toen ze hun baas onsamenhangende termen als kaketoe, mond-en-klauwzeer en somnambulisme hoorden stamelen. Toen de restaurateur klaar was met prakkiseren en het vermaledijde boekwerk in een kwispedoor begon te proppen, wisselde zijn personeel een high-five uit. De coauteurs van deze vileine pastiche wisten nu zeker dat ze met Moederdag een dag vrij zouden hebben. Nu tweede paasdag nog.