Bij de verkiezingsavond van de tweede stadsdichter van Hengelo las de eerste stadsdichter zijn zwanenzang voor: Ballade van de Afzwaaier
‘Oh, wijsheid die in Hengelo is,
gun mij de eer en eerste termijn
en ik laat u weten hoe het is
Uw stadsdichter te zijn.’
Zo schreef ik ruim twee jaar gelee,
toog met het kluitje naar het riet
en speurde daar twee jaar gedwee,
maar de wijsheid vond ik er niet.
Als eerste Stadsdichter zocht ik
een nest waar ik mijn ei kwijt kon.
Mijn angst: hoort men de leeuwerik
of ziet men een koekoek in de zon?
De burgerzaal was haast te klein
na het zingen van mijn eerste lied.
Aan tips wel dertien in ’n dozijn
maar grote wijsheid bracht het niet.
Ik vond een steun en toeverlaat
bij toen nog Beursplein in de Bieb
en ook bij ’t Gemeentelijk apparaat
dat vaak voor mij een podium schiep.
Men wees de weg naar markt en plein,
naar lage en naar hoge Piet,
naar internet en boemeltrein.
De weg naar wijsheid wist men niet.
Een ochtendblad, lokaal bekend,
bood ruimte voor acht regels aan.
Wou wel op mij ‘n abonnement
als ik met hen in zee zou gaan.
Een weekblad deed eenzelfde bod
met foto zelfs, die men zelf schiet.
mits ik mijn vers tot zes beknot.
Nee, wijsheid boden beiden niet.
Bij hun honderdtiende jaarfestijn
bood ik kleindiersportfokkers veel pret.
Ik had wel oren naar ‘n konijn
maar kreeg een diepvries vleespakket.
Ik kreeg applaus bij Hengelo-O-Hoort-
Op-De-Markt van wel honderd man.
De deegsliert voerde ‘t hoogste woord
met hasj en wijsheid in de kan.
Ik vroeg het Sint Antonius
maar kreeg als antwoord niets dan proat
van lui van meer dan vijftig-plus
bij ‘De Jeugd’ in de Anthoniusstroat
Ach, met de jeugd zit het wel snor.
Die geeft straks Hengelo haar kracht.
Kijk maar naar onze Junior
en zie; zij heeft wijsheid in pacht.
Oh, dichters, wie dit ambt begeert
en vreugde vindt in vers en lied,
weet dat je veel van Hengelo leert,
maar echte wijsheid brengt het niet.
Fred van de Ven
Stadsdichter Hengelo
2008 -2010