Ik zit op het plein soms markt met mijn rug
tegen het vervangbare, overweeg met koppijn
het rood van de mogelijkheid, het blauw
van verlangen, vele bomen verf ik groen.
Kinderen zijn hier thuis: zie ze dollen!
Geef ze een stukje van niets, doe er
een krijtje bij en ook de marskramer
maakt een dansje van spiegels en kralen.
Een ouder stel drinkt koffie met uitzicht:
“Weet je nog dat daar die toren? We waren
jong en vielen voor geld. De oude beken
hadden we verstopt, de aarde stierf haast.
Wat waren we dom toen!” Draaiend zoekt
een hond zijn staart in het spel van fontein,
Menthol lacht zijn tanden bloot: alles is nu
schoongepoetst! Een Roosje was het waard.
Reinier de Rooie
Stadsdichter Hengelo
2010 – 2012