Geen pad zo ongedwongen om te komen
tot het begin van een gedicht als gezeten
op de fiets. Gestaag bewegen we ons voort
in een buurt die welwillend niet te veel van
onze aandacht vraagt, de langzame snelweg
langs het spoor, we laten onze geest maar
gaan, vrij naar de natuur, werktuiglijk aldus
bezijden het station beland, ons rijwiel gestald
bij een metafoor: al die brikken, een zee waarin
een kinderzitje drijft,- het begin van een gedicht.
J. Heymans
Stadsdichter Hengelo
2012 – 2014