Oh, oh, oh pas toch op met dichten,
waarschuwde vriend de dichter, het is
ongezond, er is geen weg meer terug.
Het pad van stadsdichter gaat niet altijd
over rozen en ‘t brein kan zoveel
dichterlijkheid amper aan, maar ‘t biedt
verstrooiing in een kunstenaarsbestaan.
De stad is gul, spoort aan tot menig vers, het
badhuis haar zwanenzang, erfgoed een
aubade, het marktplein voor verdraagzaamheid
een troostrijke ballade en ‘t nieuw stadhuis,
tja, het stadhuis, een duivelse tirade.
Dichten houdt je op de straat, daar waar
je anders niet zou zijn, dwaal door wijken,
park, plantsoen, spel thuis de krant
uit goed fatsoen en ’s avonds vorm ik
onverlet met het wijnglas een duet.
’s Nachts gaan zinnen door m’n hoofd
en woorden die ik niet vergeten mag,
ochtendstond heeft goud in de mond,
zijn dit vette jaren of is het maar een
woordenplaag die overgaat en valt het
stil, niet vandaag; mijn termijn is straks
voorbij en wie o wie doopt er na mij
de pen in gal en rozenwater?
Hettie Franken
Stadsdichter Hengelo
2019 – 2021
Op 1 april 2021 is de termijn van twee jaar stadsdichterschap voorbij.
Komt er een opvolger, we gaan het zien.