voor onze gast uit Keulen
ook komen wij fietsend van ver en verleden
meten ons het maatpak van ötzi aan
bestrijken een stad en noemen dat thuis
een zomaar bankje in het park
een portiekje mocht het regen
kinderen stenigen ons als vanouds
wat weten zij van de wet van de wirwar
maar zag ú wel met uw tersluiks oog
hoe wreed dat spel van jong en jennen?
het was toen winter en mijn bord was leeg…
dan beroert het nogal dat ik schreeuw
of steeds uit zucht naar ietwat welrust
de vreemde kust bewoon die ik verkoos
het zal zo zijn het zal zo blijven en zo wezen
dat wij die uit de stad van carnaval rond dom
het fietspad nemen dat naar elders leidt
laat óns daarom wat welkom plegen
Reinier de Rooie
Stadsdichter Hengelo
2010 -2012