Een kind loopt in een vreemde stad.
Om zich heen ziet het vreemde mensen.
Zij spreken een vreemde taal.
Het kind huilt.
Het kan de moeder niet vinden.
De moeder vindt het kind
en brengt het naar de straat
die het kind wel kent
en naar het huis
waar het zich veilig weet.
Ik was dat kind
en ons huis was veilig
in de straat die ik kende.
Ik wist niet dat Hengelo zo groot was
en wij spraken thuis geen Twents.
Toen ik groter werd
ging ik naar vreemde steden.
Daar leerde ik mij te verstaan
met wie daar wonen
en kon ik mij thuis voelen.
Nu, in een ander huis,
in een andere straat,
weet ik uit ervaring:
Hengelo is groot geworden door,
en staat open voor
wie van buiten kwam.
Zo’n thuis,
dat ik als kind had
en zoals ik dat nu weer heb,
wens ik u hier ook toe.
Fred van de Ven
Stadsdichter Hengelo
2008 – 2010
Twintig 20 nieuwe Nederlanders kregen hun paspoort uitgereikt door Burgemeester Kerckhaert in de Burgerzaal. Daarnaast kregen zij ook nog een welkomstkaart van de Burgemeester, een doos Droste chocoladeflikken, een Nederlands kookboek, de Nederlandse driekleur, een vlaggenmast met piek en een gedicht van de Stadsdichter.