November 2020, gure wind, koude
dag maar in ’t Hengeloos stadhuis
is het behaaglijk, daar ontwaakt Krent
uit zijn middagslaapje, geeuwt,
rekt zich uit, laat een wind niet zo
zuinig en kuiert richting koffie.
Hij komt de crisis prima door, net als
Lariekoek Blaaskaak Betweter Zwetser
en de rest, blik op oneindig, verstand op
nul voor roddels die hen in een kwaad
en de rest doen hun stinkende best.
daglicht plaatsen. Kletspraat, Krent
Cultuurnota, de miljoenen zijn eruit,
nog een paar stuivers te vergeven,
de hele mikmak komt voorbij, orkestje
koortje clubje, kunstenaars en hun
getob, Krent zou die zwervers graag
met pek en veren de stad uitjagen.
Stadsdichter, pain in the ass, Krent
heeft niets met dichten, behalve dan
met Sinterklaas. Vooruit maar, die
dwarse pennenlikker een schone lei,
beetje soldij, dat zal ’m de kop niet kosten.
Krent houdt graag de hand op de knip voor
die kleingrutters, geef ze één vinger, Krent
hoef je niets te vertellen. Ach, krenten in de pap,
verrijking voor stad, Krent weet wel beter,
anders zou hij Krent niet zijn.
Hettie Franken
Stadsdichter Hengelo
2019 – 2021
Geschreven n.a.v. de digitale politieke markt Hengelo op dinsdag 24 november, besluitvorming van de Raad over de Kunst- en Cultuurnota.