Op zondag 28 augustus vierde schrijver Mensje van Keulen de 50e verjaardag van haar debuutroman Bleekers zomer in het Hengelose Prins Bernhardplantsoen. Onder het gebladerte van de rode beuk sprak de veelgeprezen auteur met een indrukwekkend oeuvre met Hans Hoes, die voor de gelegenheid opnieuw in Bleekers zomer dook. Ook verraste hij haar met een boekje uit eigen collectie: de dichtbundel Lotgevallen, die in 1977 werd gepubliceerd bij uitgever Thomas Rap. Ze las er de ballade Omdat God het wil uit voor, dat haar opnieuw tot tranen roerde. ‘Ik woonde in die tijd in Kattenburg aan een aanvoerweg die naar het abattoir voer, en dan hoorde ik dat loeien… Ik werd er gek van.’
De ‘kleine roman’ Bleekers zomer vertelt het verhaal van Willem Bleeker die op een zomerse dag besluit zijn werk en gezin in de steek te laten en te vertrekken naar Amsterdam. Hij komt er enige schilderachtige figuren tegen die een wat louche bestaan leiden. Zo wordt hij dronken op de Zeedijk waar hij zich tegen zijn zin door Dikke Annie laat meenemen. Bleekers Amsterdamse avontuur is van korte duur. Uiteindelijk keert hij naar Den Haag en zijn gezin terug.
Mensje van Keulen (Den Haag, 1946) werd na haar schilderopleiding redacteur van ‘Propria Cures’. Haar eerste verhaal werd gepubliceerd in 1969. Sindsdien verschenen er bij Uitgeverij Atlas Contact meer dan twintig romans en verhalenbundels van haar hand. In januari 2015 ontving ze de Contantijn Huygens-prijs voor haar hele oeuvre dat volgens de jury getuigt van een buitengewoon technisch meesterschap: ‘Al haar verhalen zijn met precisie en fijnzinnigheid gecomponeerd, ogenschijnlijk zijn ze gewoon en alledaags, maar de typische Mensje-van-Keulen-verbeelding geeft er steevast een verrassende lading of onverwachte wending aan.’ In 2021 won ze om precies dezelfde reden met haar verhalenbundel Ik moet u echt iets zeggen de J.M.A Biesheuvelprijs.