Stichting Hengelo Leest plaatst bij voorkeur op elke Hengelose binnenstadsmuur een mooie tekst. Poëzie of proza om even bij stil te staan. Hiertoe roept dichter en columnist Ellen Deckwitz met haar gedicht Blijf maar even staan letterlijk op. Vandaag onthulde ze zelf dit vijfde Hengelose muurgedicht, op de hoek van de Smutsstraat en Drienerstraat, nabij het terras van Meesterlijke koffie. De ruim twintig genodigden trotseerden de volgens Deckwitz ‘bijna arctische kou’, om na een korte toespraak van Hengelo Leest-voorzitter Irene van Deuveren, van haar te horen hoe enorm vereerd ze is met het muurgedicht. ‘De eerste van mijn twee grote wensen is uitgekomen.’
Ellen Deckwitz woont in Amsterdam, werd in 1982 in Deventer geboren, maar verhuisde al jong naar Borne. Hier wonen haar ouders, die bij de onthulling aanwezig waren, nog steeds. ‘Ik kom vaak terug naar Twente, voor mijn ouders, maar ook voor de rust. Hengelo was in mijn jeugd voor iemand uit Borne “de grote stad”, dus ging ik hier naar de bibliotheek. Vaak en graag. Aan Hengelo heb ik mijn alfabetisme te danken, dus komt er met dit muurgedicht een grote wens uit.’ Gevraagd naar die tweede wens antwoordt Deckwitz breed glimlachend: ‘Dorpsdichter van Borne worden, lijkt me geweldig!’
Ellen Deckwitz is een van de belangrijkste dichters van haar generatie. Ze won in 2012 de C. Buddingh’-prijs voor haar poëziedebuut De steen vreest mij (2011). Dit jaar werd haar de Tollensprijs toegekend, de oudste literaire prijs van Nederland, voor een oeuvre dat zich onderscheidt door verbeeldingskracht, aanstekelijkheid en toegankelijkheid. Haar werk is geestig, ontroerend en confronterend tegelijkertijd. Deckwitz heeft zich ontwikkeld tot een enthousiaste poëzieambassadeur, mede dankzij een stevige literaire basis die in Hengelo werd gelegd.
De realisatie van het muurgedicht van Ellen Deckwitz is mede mogelijk geworden door een financiële bijdrage van de gemeente Hengelo. De Hengelose kunstenaar Maurice Elschot schilderde de tekstregels.
Portretfoto: Merlijn Doomernik