Nu in lome zomermaanden hitte
lamslaat en een virus ons beknot,
troost en verkoelt het Tuindorpbad,
zorgzaam bewaard prachtgoed.
De ochtendplons maakt alles beter
met koffiepraat op anderhalve meter,
hoe eenvoudig is geluk.
Rond het water zwaait riet, golft
de contour van bomen, bloeit kunst,
een kot van goud op trotse poten,
uit metaal verrijst een vogel en
de man die over het water tuurt deelt
zijn blik met ons, een beeld van Jop die
niet meer is, wilgen treuren om
’t gemis van deze vrije geest.
Vijver, dat je altijd mag blijven, laat je
nooit verjagen door de sloopvandalen,
jij geeft schoonheid aan deze stad.
Hettie Franken
Stadsdichter Hengelo
2019 – 2021