Hengelo leest geen Twents. Niet alleen omdat het Twents in de stad welhaast een bedreigde taalsoort is, maar ook omdat er nu eenmaal weinig Twentse literatuur en aanverwante tekst is. Daar wil het onlangs van Bibliotheek Hengelo naar Kulturhus Borne verhuisde Twentehoes verandering in brengen; dat wat er is moet worden gekoesterd en gepromoot. ‘Kunstenmaker’ Ellen Peters en dialectoloog Harrie Scholtmeijer schreven zelfs wat nieuws: De kleine Twents voor dummies, een zeer geslaagd boekje vol Nedersaksische taalhistorie, Twentse eigenaardigheden en lessen om het Twents beter te begrijpen.
In 1837 publiceerde onderwijzer Johannes Henricus Behrns het door hem uit het Duits vertaalde bitterzoete gedicht Leed van nen olden bèddelman (zie fragment). Het is een van de eerste keren dat het Twents op schrift wordt gezet. Het Twentse dialect van de Nedersaksische taal wordt nu eenmaal vooral gesproken. Omdat dat eigenlijk altijd zo gebleven is, is het moeilijk om het versnipperde Twents in heldere regels te vatten. De kleine Twents doet een dappere poging, maar uiteindelijk is de Twentse les het minst interessant deel van het boek. Veel fijner is het om te weten waar en hoe het Nedersaksisch is ontstaan. Want het verklaart waarom de echte Twentenaar doorgaans prettiger omgaat met een Drent, Deen of Noor, dan met een Randstedeling, Zeeuw of Brabander.
Ook mooi is het om te ontdekken dat hét Twents simpelweg niet bestaat. Het Vriezenveens schijnt de meest zuivere vorm te zijn, maar er zijn zeker zeven varianten te onderscheiden. Precies daarom zal een Hoksebarger (uit Haaksbergen) bij sommige zinnen van iemand uit Olnzel (Oldenzaal) fronsen, en andersom. Waar de een na het cafébezoek ‘noar huus geet’, moet de ander ‘op hoes an’. Gelukkig is er vooral veel wat bindt. Iedere tukker weet wat ‘onmeunig mooi’ betekent en wat de uitdrukking ‘Goaj met brommers kieken?’ inhoudt. (Al is de uitleg in De kleine Twents omslachtig; waar nu ‘Ga je mee naar buiten voor handelingen die mijn vrienden niet hoeven te zien?’ staat, was ‘Ga je mee naar buiten om te zoenen?’ voldoende geweest.) Misschien lastiger is het om te weten dat ‘het raam in de kökken los doan’ iets anders betekent dan ‘het raam in de keuken opendoen’. En wie weet nog wat er wordt bedoeld met ‘Hee hef zand vuur de dure liggen?’ Het antwoord is te vinden in een boekje dat iedereen die weleens met het Twents in aanraking komt zal bekoren. Zelfs ‘as hee oet Hengel komp’.