Feestsmaak
De hoempapa van carnaval
het dance-event met pillen
de barbecue rookt voor de buurt
examenfeest als galabal
6 en 7 oktober
Honderdentwaalf van ons stierven aan
twee dagen een bommenregen
van vriendelijk vuur tegen
de vijand van toen buren nu
een volheid aan tijd zeventig jaar
een mensenleven geleden
De sluis
Zij kijken elkaar aan die twee
hun voeten in meters beton gegoten
partners in hoge hefkracht
de tonnen zware deur
samen sluiswachten zij
op een aanglijdend schip
Sluis
Wat je al niet meemaakt als stadsdichter. Ik vind mezelf terug achter een stuk papier met alle mogelijke associaties bij een sluis. Die van de Waarbeek om precies te zijn. Die twee elkaar aankijkende torens blijken de inspiratiebron. ‘Baarmoederlijk behoedzaam’ openen zij de sluiskolk voor een ‘aanglijdend schip’. Nooit bedacht…
Re-creatie
Wat hier werd aangericht de stad
verwoest voorbij al zeventig jaar
wij zien het weer ja ook nu weer
onze beeldschermen gloeien van
de oranje vuurballen vallend puin
de rook het geschreeuw die ogen
ontreddering de mensendood
Waterloop
Van een rabbi uit Nazareth – een enkele keer
zo wordt verhaald – placht hij over water te lopen
zijn leerlingen schreeuwden van schrik ‘o lieve heer’
ze meenden – begrijpelijk – het zou zijn gaan spoken
De noot
Als een inktvlek tussen vijf dunne lijntjes
wachtend tot er een oog op valt
een stemband zich spant
een lip om een riet
op een mondstuk misschien
een snaar wordt aangeraakt
Naar school
De slierten scholieren door de straten
hun eastpaks zo losjes mogelijk op
de fiets liever bungelend op de rug
beladen de zomer achterlaten